Zeilscholen hebben sinds 1941 een hele ontwikkeling doorgemaakt. In de zomerserie ‘Frij yn Fryslân’ beschrijft het Friesch Dagblad de opkomst van de belangrijkste vormen van vermaak in de provincie. Een daarvan is is de zeilsport. Een van de eerste zeilscholen was Pean, aan de Wide Ie, in Nes (H). Het is een van de scholen, die voor 1970 is opgericht.
Bij Pean denken ze nog wel eens terug aan de zomer van 1968, het jaar waarin de broers Ids en Jan Hemminga vijf polyester zestienkwadraten aanschaften en zeillessen gingen geven, schijft het FD. Ze maakten gebruik van de stallen op het boerenbedrijf van de familie, gebouwen ‘waar in de winter nog de koeien stonden’. Wie nu bij Pean komt, kan zich dat amper meer voorstellen.
De zeilkampen in de provincie waren en zijn populair. Honderden jongeren leren er zeilen en genieten ondertussen van hun vakantie. Wie voor de Tweede Wereldoorlog wilde leren zeilen, was aangewezen op particulier onderricht, een oom of neef die de zeilkunst machtig was en de fijne kneepjes wel wilde overbrengen.
Door de ontzuiling en ontkerkelijking zijn de meeste zeilscholen op kerkelijke of ideologische grondslag verdwenen. De huidige Vinea-zeilscholen in Langweer en Oudega (SWF) zijn een voortzetting van het werk van de paters, maar dan zonder de katholieke inslag.
In de loop van de afgelopen decennia hebben houten bootjes hebben plaats gemaakt voor polyester, er is een uniform diplomasysteem gekomen, het cursusaanbod is uitgebreid met snellere boottypen, de gemiddelde leeftijd van de cursisten is sterk verlaagd, de accommodaties zijn gemoderniseerd en aan de zeilinstructeurs worden hoge eisen gesteld. De professionalisering van de bedrijfstak heeft gestalte gekregen in de oprichting van de Commissie Watersport Opleidingen, waarbij nu meer dan twintig Friese zeilscholen zijn aangesloten.
Meer op deze link.
Foto: Noordoost.nl/Alex J. de Haan