De klokken van de Terptsjerke in Akkrum worden zondagavond 2 februari 2025 geluid ter herinnering aan de watersnoodramp in 1825. Een kleine tweehonderd kerken in voornamelijk Friesland laten om stipt 20.00 uur van zich horen. Ze luiden de klokken precies achttien minuten en 25 seconden lang.
Projectgroep ‘De vergeten watersnood van 1825’ komt met het initiatief, dat herinnert aan de 22 dijkdoorbraken, vooral langs de Zuiderzee, waardoor bijna tweederde van Friesland onder water liep. Ook de inwoners van Akkrum en Nes kregen natte voeten.
,,Wij doen mee om samen, met inmiddels een kleine tweehonderd andere kerken, de grootste natuurramp van de 19e eeuw niet te laten vergeten en daarbij samen een indrukwekkend moment creëren’, die deze verdient’’, aldus Minke van der Heide van de Protestantse Gemeente Akkrum.
Met het luiden van de klokken in het overstromingsgebied willen de organisatoren laten horen tot hoever het zeewater destijds kwam. ,,Daarmee halen we deze vergeten watersnood uit de vergetelheid.’’ In het herdenkingsjaar 2025 worden op verschillende plaatsen allerlei activiteiten georganiseerd, van vertellingen tot historische wandelingen.
De klokken in Akkrum luiden op de zondag, omdat ze als waarschuwing gelden voor de op handen zijnde overstroming. Op maandag 3, dinsdag 4 en woensdag 5 februari 2025 is het precies twee eeuwen geleden dat een combinatie van een noordwesterstorm en springtij ervoor zorgde dat de Zuiderzeedijken in Fryslân en Overijssel het begaven. In totaal vielen er 380 doden, waarvan zeventien in Fryslân. Bijna heel ‘het lage midden’, waarin Akkrum en Nes liggen, raakte onder water, net als Zuidwest-Fryslân en de Waddeneilanden.
Op sommige plekken stond het water wel twee meter hoog. Veel huizen en boerderijen werden verwoest, duizenden dieren verdronken, en veel mensen werden ziek en stierven – eerst door vervuild drinkwater en later malaria. Bovendien vielen de oogsten nog jarenlang tegen door de verzilte akkers.
De reacties op de ramp deden niet onder voor die van de watersnoodramp in 1953. Sterker nog, het was de eerste stormvloed die door alle Nederlanders gezamenlijk werd beleefd. Van Den Helder tot Goor en van Groningen tot Gent (want ook België behoorde toen nog tot het ‘Verenigd Koninkrijk der Nederlanden’) was er sprake van een heus ‘vaderlandsch gevoel’. Spontane hulpacties werden opgezet, vooral in de vorm van inzamelingen van geld, kleding en voedsel, gevolgd door noodmaatregelen van de overheid.
Foto: Noordoost.nl/Alex J. de Haan, illustratie: Projectgroep ‘De vergeten watersnood van 1825’
Tijdens de watersnoodramp van 1825 kwam het (op het kaartje groengekleurde) zoute water uit de Zuiderzee tot ver voorbij Akkrum-Nes. Het zoete water werd nog verder opgestuwd de provincie in.