Het Grootste Warenhuis ter Wereld, dat Frank Cooper in New York bouwde en in Akkrum in een schaal van 1 op 3 werd opgetrokken, trok drommen bezoekers. De levensgrote fontein met gouden beeld – The Statue of de Republic –, zoals die ook in New York stond, was een publiekstrekker. De audiovisuele presentatie met 180-gradenwand en holografische projecties van Frank Cooper en familie maakten het interieur meer dan compleet.
Bezoekers kwamen ogen en oren tekort om alle theateracts, zangkoren, muzikanten en tal van andere bijzondere optredens van solo-artiesten of groepen te bekijken. Overal in het centrum van Akkrum, waar de hoofdstraat tot Sixth Avenue was omgedoopt, viel wel wat te beleven. Voor rondleidingen in de regentenkamer van het wooncomplex Coopersburg, dat Frank Cooper voor arme, oude Akkrumers liet bouwen, ontstonden wachtrijen.
Als jongeman van 22 jaar emigreerde Frank Cooper naar Amerika, vergaarde een fortuin en liet in Akkrum rond 1900 het wooncomplex Coopersburg voor oude, arme dorpsbewoners bouwen. Het monumentale gebouw en ook het mausoleum in de tuin, waarin Frank Cooper en zijn echtgenote zijn bijgezet, werden de eerste dag druk bezocht
Bijzonder was de aanwezigheid van de nazaten van Frank H. Cooper. Achter-achter-achterkleinzoon Frank Wolff kwam speciaal voor het evenement met echtgenote Mary, dochter Kathryn Wolff met vriend Bob en zoon Andrew Wolff. Ze verrichten samen met het voltallige college van Heerenveen de officiële opening van de New York-dagen.
De handel op straat, in de winkels en cafés aan Sixth Avenue worden met speciaal gedrukte Cooper Dollars betaald. De koers staat vast: 1 dollar kost 1 euro. Wisselkantoren, bewaking van het New Yorkse politiekorps, straatmadeliefjes worden afgewisseld met een audiovisuele presentatie in het warenhuis, die zijn weerga niet kent. In een speciale kleine bioscoop (15 zitplaatsen, die voortdurend bezet waren) wordt onder andere de mini-documentaire ,,The Making of…’’ vertoond met beelden van de voorbereidingen.
Bezoekers keken voortduren over hun schouder omdat kletterende paardenhoeven op de straatklinkers deden vermoeden dat een getrokken koets in aantocht was. Aanvankelijk was dat ook toen koetsier Sjoerd Miedema met zijn merrie Pronkje taxiritjes voor het publiek verzorgde.